Digitale vaardigheden is geen vak apart

‘Hoe zorgen we dat digitale innovatie door de business wordt gedreven?’ Dit is een vraag die mij en mijn collega’s vaak wordt gesteld. Als we doorvragen waarom dit nu niet gebeurt, wordt het gebrek aan digitale vaardigheid als een van de belangrijkste oorzaken genoemd. Daarom pleit ik ervoor dit probleem bij de basis aan te pakken.

Op dit moment valt voor wat betreft het bijbrengen van digitale vaardigheden een gat waar beroepsopleidingen tot dusver onvoldoende aandacht aan besteden. Vanuit de centrale overheid wordt met de ‘Digitaliseringsagenda primair en voortgezet onderwijs’ wel gewerkt aan de digitale geletterdheid van de jeugd. Ook investeert de overheid in programma’s om bestaande werknemers digitaal vaardig(er) te maken (bijvoorbeeld digivaardigindezorg.nl) en werken kennisinstituten, branches en overheid samen om specifieke bijscholing te ontwikkelen. Beroepsopleidingen blijven echter achter, wat negatieve gevolgen heeft voor noodzakelijke innovatie.

Noodzakelijke innovatie blijft uit

In deze tijd waar digitalisering hoog op de strategische agenda staat, is de digitale vaardigheid van de medewerker een hot topic. Bestuurders realiseren zich dat digitale vaardigheden essentieel zijn om als organisatie waardevol te zijn en blijven. Gebrek aan digitale vaardigheden maakt het moeilijk voor medewerkers om kansen voor innovatie te herkennen, ze weten immers niet wat de mogelijkheden zijn. De oplossing om deze vaardigheden te ontwikkelen zijn vaak kostbare en tijdrovende trainingen voor de hele organisatie. Dit maakt dat de vaak schaarse middelen die je graag zou gebruiken om daadwerkelijk te innoveren nu worden besteed aan het überhaupt in staat zijn om te innoveren.

Gebrek aan digitale vaardigheden heeft nog een remmend effect: gebrek aan kennis leidt tot angst voor het nieuwe en daarmee tot weerstand om te innoveren. Neem bijvoorbeeld de zorg, waar het tekort aan zorgpersoneel alleen maar groeit. Uit gesprekken die wij hebben gevoerd met bestuurders en managers binnen de zorg blijkt een grote behoefte om te innoveren. De focus van de zorgmedewerkers ligt echter op kwalitatief goede cliëntenzorg. Digitalisering wordt juist als een bedreiging daarvan gezien; zorgmedewerkers zijn bang vervangen te worden of afstand te creëren tot de cliënt.

Het kunnen bedienen van de smartphone is niet genoeg

Helaas heerst de misvatting dat digitale vaardigheden bestaan uit het gebruik van laptops en smartphones en dat de huidige jeugd dit van jongs af aan kan. Het gebruik van een smartphone is echter niet hetzelfde als het goed kunnen inschatten van de impact van digitalisering op het vakgebied. Een impact die kan bestaan uit specifieke innovatieve oplossingen in de uitvoering van het werk zoals domotica en datagedreven werken, maar ook in het primaire proces van het werk.

Onderbelicht is namelijk vaak de impact van digitalisering op het beleidsdomein. Hoe kun je beleid maken voor bijvoorbeeld strafrecht als je onvoldoende kennis bezit van de vergevorderde digitalisering van criminaliteit en de middelen om dit aan te pakken? En hoe ga je om met ruimtelijke ontwikkeling, vaak met langdurige contracten, als snel ontwikkelende innovaties als zelfrijdende auto’s direct impact hebben op de wijze waarop de infrastructuur het beste kan worden ingericht?

Beroepsopleidingen: maak digitale vaardigheden integraal onderdeel van het curriculum!

Er is nog steeds een tekort aan digitale vaardigheden bij starters op de arbeidsmarkt. Als dit nu niet wordt opgelost blijven we achter de feiten aanlopen en kunnen we niet de ambities waarmaken die Nederland heeft gesteld ten aanzien van digitalisering.

Laten we dus nu aan de slag gaan met de vakspecifieke digitale vaardigheden binnen beroepsopleidingen, zodat we voor onze innovatie kunnen blijven bouwen op onze vakspecialisten in samenwerking met digitaliseringsspecialisten.

Meer weten?

VKA heeft jaren ervaring in het ICT. Schroom daarom niet om contact met ons op te nemen om te zien wat we voor jou kunnen betekenen.

Coronacrisis versnelt digitalisering van het onderwijs

Welke impact heeft de coronacrisis op een van de grootste universiteiten, de Universiteit van Amsterdam? Wij vroegen het Jan Lintsen, lid van het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam.

Ik zie dat de verdere digitalisering nu in een stroomversnelling komt, mede als gevolg van corona. We waren als UvA volop bezig met de voorbereiding van meer blended leren, een combinatie van fysiek en digitaal onderwijs. Een belangrijk vraagstuk was hoe we iedereen mee konden krijgen in deze digitaliseringsslag. Corona heeft ons voor het blok gezet: uiteindelijk doen we het gewoon.

Gelukkig hadden we de organisatie al voorbereid op blended leren. Zo heeft elke faculteit een ‘Teaching en Learning Center’ (TLC) en ook op centraal niveau is er een TLC dat zorgt voor de verbinding. Een TLC houdt zich bezig met vernieuwing van het onderwijs en onderwijsmethodes, het omvat veel meer dan alleen digitalisering. Digitalisering is onderdeel van een bredere vernieuwing, waarbij we op zoek zijn naar een nieuw evenwicht tussen fysiek en digitaal.

Big data en Artificial Intelligence zullen onderzoeksdoorbraken forceren

Ik verwacht een enorme impact van digitalisering op het onderzoek. Alle onderzoeksdisciplines zetten nu grootschalig in op big data en AI. En niet alleen bij de ‘usual suspects’, zoals de Bètawetenschappen. Ook in de Geesteswetenschappen komen er grote doorbraken. Zij kunnen een grote stap zetten waarbij kwalitatieve onderzoeksmethoden kunnen worden aangevuld met meer kwantitatieve. We zullen onverwachte relaties en verbanden kunnen blootleggen. Ik zie daarbij kansen voor interdisciplinaire samenwerking, waarbij ervaringen met algoritmes in de ene discipline worden gedeeld met andere disciplines.

Digitaal onderwijs creëert ruimte voor hoogwaardig persoonlijk contact

Ik geloof dat de digitalisering van het onderwijs onverminderd doorzet. De grote vraag is: wat het nieuwe evenwicht wordt tussen digitaal en fysiek? In mijn ogen is de kern van de universiteit dat wij jonge, nieuwsgierige mensen samenbrengen met meer ervaren mensen om samen op zoek te gaan naar nieuwe spannende ontdekkingen en innovaties. Persoonlijke ontmoetingen zijn daarvoor essentieel. Ik verwacht een combinatie van grootschalig digitaal onderwijs gecombineerd met kleinschalige fysieke ontmoeting en samenwerking. In zekere zin creëert meer digitaal onderwijs ruimte om daarnaast meer kleinschalige ontmoetingen van hoge kwaliteit te hebben. En daarmee geeft digitalisering een impuls aan ons onderwijs.

Dit is een fragment uit het interview dat wij met Jan Lintsen hebben gehouden voor een boek waarin wij 35 bestuurders en CIO’s uit verschillende sectoren interviewen over hun toekomstvisie op IT en digitalisering. We verwachten het boek dit najaar te publiceren, check onze website voor actuele updates.

 

 

 

 

 

 

Data verrijkt de leerKRACHTaanpak in het MBO

De leerKRACHT aanpak bij mbo Verpleegkunde

De opleiding Verpleegkunde van het Albeda College (locatie Albrandswaardsedijk) is in het vorige schooljaar gestart met het werken volgens de leerKRACHT aanpak. Dit betekent dat de lerarenteams gebruik maken van ‘Verbeterborden’ waarop doelen en acties staan die het team gaan helpen bij het verbeteren van het onderwijs voor de studenten. Het werken met borden en korte bordsessies is een van de componenten van de leerKRACHTaanpak. Deze bestaat verder uit ‘gezamenlijk ontwerpen’ van onderwijs, ‘onderling lesbezoek’ en ruimte geven aan de ‘stem van de student’. Vanuit stichting leerKRACHT begeleid ik dit toegewijde onderwijsteam.

Data als extra input voor het teambord

Een van de nieuwe aspecten in de leerKRACHTaanpak is de aandacht die we besteden aan het gebruik maken van studentdata. Analyse van studentdata fungeert als aanvullende informatie t.b.v. het formuleren van doelen en acties op het bord. De teams verzamelen zelf data en vatten deze samen op een ‘datamuur’. Het gaat dan om data die een directe relatie heeft met studiesucces en die helpend is bij het ontwikkelen en uitvoeren van verbeteringen door het lerarenteam.

Van datamuur naar dashboard

Vanuit VKA richten we ons op datavraagstukken en Artificial Intelligence. O.a. voor gemeenten, uitvoeringsorganisaties en onderwijsinstellingen voeren wij dataprojecten uit. VKA is partner van LeerKRACHT en zodoende zijn we met Albeda Zorgcollege Poortugaal de pilot ‘data voor lerarenteams’ gestart. De ambitie is om de lerarenteams te ondersteunen met een data-dashboard dat hen helpt hun eigen verbeterdoelen te bereiken. Het dashboard moet het team inzicht geven t.b.v. de doelen en acties op het verbeterbord. Van datamuur naast het teambord naar een dashboard.

Pilot data voor lerarenteams

In overleg met de onderwijsleider en de leerKRACHTcoaches hebben we een aanpak gekozen die bestaat uit de volgende stappen.

Stap 1. Inventarisatie van de databronnen

In een tweetal werkbijeenkomsten zijn we de verschillende systemen die data verzamelen over studenten langsgelopen. Uiteindelijk zijn er meer dan 20 databronnen geïdentificeerd waarvan er 10 relevant lijken omdat ze data bevatten met een relatie tot studiesucces

Stap 2. Data extractie

Bij alle databronnen hebben we bekeken of extractie mogelijk was en in welke vorm. In het kader van deze beperkte pilot zijn er exports gemaakt uit het studentvolgsysteem (Eduarte) en uit een toetssysteem met kennistoetsen (Prove to Move). Deze data zijn samengebracht in een gecombineerd databestand dat als basis diende voor het dashboard. Uiteraard gepseudonimiseerd uit privacy oogpunt.

Stap 3. Hypothesen formuleren

Samen met een van de leraren zijn hypothesen geformuleerd die toetsbaar zijn m.b.v. de beschikbare data. Deze hypothesen kwamen ook aan de orde in de workshop met een van de lerarenteams.

De twee hypothesen zijn:

– Hogere aanwezigheid van studenten leidt tot hogere cijfers op de kennistoetsen.

– Studenten die meer tijd nemen tijdens het maken van de digitale toetsen halen hogere cijfers.

Stap 4. Data visualisatie in een prototype dashboard

Met behulp van Microsoft Power BI is in een eerste versie gemaakt van een dashboard t.b.v. onderzoek naar de twee hypothesen.

De belangrijkste schermen zijn de correlatiediagrammen met op de ene as de gemiddelde toetscijfers en op de andere as bijvoorbeeld de aanwezigheid.

Er blijkt hier een zwak verband tussen aanwezigheid en toetscijfers maar er is ook een groep die wel voldoende aanwezig is en toch laag scoort. Het lerarenteam kan verder onderzoeken wat hier aan de hand is en welk acties nodig zijn.

Stap 5. Data workshop met het lerarenteam

In een workshop met een van de lerarenteams hebben we:

  • Informatie gegeven over de achtergrond van de pilot en de gekozen aanpak.
  • De hypothesen met de leraren onderzocht aan de hand van hun eigen beelden bij de hypothesen en het dashboard.
  • Met de leraren gekeken naar de bruikbaarheid van een dergelijk dashboard zowel naar de inhoud (welke data zou je willen toevoegen) als de gebruiksvriendelijkheid (welke visualisaties helpen wel en niet)
  • Met de leraren gekeken naar een mogelijk vervolg op deze pilot.

De opbrengst

Het lerarenteam reageerde enthousiast op het dashboard en op de inzichten die het opleverde. Er kwamen uiteraard veel vervolgvragen bijvoorbeeld naar het koppelen van nog meer data aan dit dashboard. Ook wilden de mentoren graag weten hoe het voor hun mentorgroep zat. Terecht werd opgemerkt dat we als leraren heel zorgvuldig (en kundig) met studentdata moeten omgaan. Te rechtlijnige (wellicht stigmatiserende) conclusies zijn riskant.

Het doel lijkt bereikt: Een nog beter gesprek bij het leerKRACHT teambord op basis van data, hypotheses in een onderzoeksdashboard.

Voor meer informatie over deze pilot en de andere dataprojecten van VKA in het onderwijs neem gerust contact op met Nico Verbeij en Gijs de Groot.

Nico Verbeij is adviseur bij VKA op het terrein van leren en ontwikkelen, met speciale aandacht voor de rol van data en AI daarbij.

VKA is maatschappelijk partner van stichting leerKRACHT en vanuit dit partnerschap werkt Nico 2 dagen per week voor leerKRACHT. Hij begeleidt schoolteams op de weg naar een professionele verbetercultuur met behulp van de praktische leerKRACHT instrumenten.

 

 

Digitale Transformatie in het onderwijs

De maatschappij wordt steeds digitaler en afhankelijker van technologie. Het verandert de manier waarop wij leven, werken en leren. Hogescholen en universiteiten leiden mensen op voor leven en werken in een in toenemende mate onvoorspelbare, complexe, gedigitaliseerde en geglobaliseerde wereld. Een wereld waarin de arbeidsmarkt in hoog tempo verandert en waar de technologische ontwikkelingen elkaar in rap tempo opvolgen. Deze ontwikkelingen hebben impact op de manier waarop onderwijsinstellingen hun onderwijs kunnen inrichten en aanbieden. Het beeld dat technologie kan bijdragen aan het vergroten van de kwaliteit van het onderwijs en het slimmer en beter leren wordt gedeeld, maar de inspanningen die nodig zijn om deze digitale transformatie in de praktijk te brengen zijn soms lastig te overzien en/of ingrijpend voor de hele organisatie. Dit komt doordat er op veel fronten verandering nodig is om de potentie van de inzet van technologie maximaal te benutten. Dit vereist een goede visie en transformatiestrategie en –aanpak. Het doel is onderwijs van hoge kwaliteit te bieden, dat zo veel mogelijk op maat wordt aangeboden en dat studenten voorbereidt op een technologie-intensieve arbeidsmarkt.

Technologische ontwikkelingen bieden naast het vergroten van de kwaliteit van het onderwijs, ook kansen voor meer flexibiliteit, maatwerk en community-vorming in het onderwijs. Modularisering, microcredentialing, online afstandsonderwijs, mengvormen van face-to-face en online onderwijs (ook van andere dan de eigen instelling) komen steeds meer voor. Blended learning maakt met verschillende leervormen de leerervaring rijker, waarbij ICT wordt ingezet als hulpmiddel voor informatie- en kennisverwerving, de ontwikkeling van vaardigheden en het ondersteunen van het leren. Ook draagt ICT bij aan gemeenschapsvorming en samenwerkend leren door het ondersteunen van communicatie en samenwerking tussen studenten onderling, tussen studenten en docenten en met het werkveld (werkplekleren). Zeker beginnende studenten hebben belang bij binding en het deel kunnen uitmaken van een community. Dat draagt ook bij aan het vergroten van het studiesucces. Een hoogwaardige Digitale Leer- en Werk Omgeving (DLWO) ondersteunt actief studeren met digitaal onderwijsmateriaal, digitale opdrachten en digitale begeleiding en feedback.

De inzet van ICT in het primaire onderwijsproces en meer flexibiliteit in het onderwijsprogramma hebben ook invloed op de manier waarop het onderwijsproces georganiseerd wordt. Denk bijvoorbeeld aan logistieke processen, zoals aanmelding en inschrijving van studenten, inschrijving op tentamens, inzicht in de studievoortgang (voor zowel studenten als docenten), planning en roostering van onderwijs en toetsing. Om ervoor te zorgen dat een onderwijsinstelling onderwijsinnovatie kan ondersteunen is het noodzakelijk om ook de juiste ICT-ondersteuning te realiseren voor deze nieuwe/aangepaste logistieke processen.

Tot slot leidt een toename van de inzet van ICT in het primaire onderwijsproces en in de administratieve en logistieke processen tot een toename van beschikbare data over het leergedrag van studenten, studiesucces, leerrendement, etc. Met behulp van learning analytics kan betekenis worden gegeven aan deze data en kunnen op basis hiervan studenten beter worden voorgelicht en begeleid. Echter, privacyaspecten en ethische dilemma’s spelen hierbij een belangrijke rol. Wij onderkennen dat de inzet van learning analytics veelbelovend is, maar wel vraagt om een doordachte aanpak met aandacht voor de impact op organisatie, docenten en studenten en aandacht voor ethiek en niet-technische overwegingen en dilemma’s.

Onze aanpak

Hogescholen en universiteiten staan voor de uitdaging om bij digitale transformaties de verandering van hun organisatie, docenten, studenten en medewerkers succesvol en ‘in control’ uit te voeren. Het gaat bij dergelijke trajecten niet om een radicale verandering in één keer, maar om de organisatie en mensen stapsgewijs naar een hoger niveau te krijgen. De gerichte inzet van technologie moet een plek krijgen in het instellingsplan en het onderwijsmodel. Onderwijsprocessen en logistieke processen moeten worden aangepast en bovenal moeten docenten en ondersteunend personeel de overtuiging, competenties en vaardigheden hebben om ICT ook op een goede en natuurlijke wijze te kunnen gebruiken. Docenten moeten bijvoorbeeld worden ondersteund op gebieden als online didactiek, instructional design, video en social media. Het op een dergelijke manier integraal veranderen van de onderwijsinstelling en haar mensen om de potentie van de inzet van ICT maximaal te kunnen benutten noemen wij ‘digitale transformatie’. Onze integrale aanpak van digitale transformatie in het onderwijs is schematisch weergegeven in figuur 1.

Figuur 1: Digitale transformatie in het onderwijs

Klik hier om de afbeelding te vergroten. 

Gefaseerde en stapsgewijze aanpak

In onze aanpak nemen we het onderwijsmodel, organisatie-inrichting, processen, IT en mensen mee in de transformatie. We onderscheiden vijf fases in onze aanpak, welke ook als losse fases in te zetten zijn:

Figuur 2: Gefaseerde en stapsgewijze aanpak

Klik hier om de afbeelding te vergroten. 

VKA als katalysator van uw digitale transformatie-traject

We kunnen u op verschillende momenten in het transformatieproces en in verschillende rollen van dienst zijn. Zo kunnen we u ontzorgen door regievoering op de uitvoering van het hele traject, maar bieden wij ook ondersteuning bij losse fases van een digitale transformatie en bijbehorende activiteiten. Denk daarbij aan meedenken met de ontwikkeling van het onderwijsmodel, het opstellen of toetsen van een informatieplan/-beleid, onderzoek naar de volwassenheid van de ICT-besturing, uitvoeren van een benchmark, functionaris gegevensbescherming a.i. enzovoort.

We vervullen rollen als adviseur, kwartiermaker, programmamanager, adviseur, sparringpartner en/of coach voor medewerkers, management en directie. Onze adviseurs beschikken over jarenlange ervaring in het onderwijs en de juiste competenties om te schakelen tussen technische, politiek-bestuurlijke en organisatorische vraagstukken. Hierdoor zijn zij in staat om de impact van IT op de organisatieonderdelen en vice versa te bepalen en samenhang te organiseren.

Digitale transformatie-trajecten doen wij niet voor, maar samen met de mensen in uw organisatie. We brengen mensen op alle niveaus in beweging door hen eigenaar te maken van de verandering. Op deze manier levert VKA meerwaarde in de kwaliteit van de resultaten en zijn de medewerkers in staat om de beweging zelfstandig voort te zetten.

 

 

 

 

Beste meneer Rutte, big data in het onderwijs… (1/5)

…is trending, maar wat kunt u daarmee in de onderhandelingen over de formatie van het nieuwe kabinet?

De VVD stelt in haar verkiezingsprogramma dat ons onderwijs “tot de top van de wereld behoort”. “Om de kwaliteit van het onderwijs hoog te houden, moet het meebewegen met ontwikkelingen in de samenleving”. De VVD benoemt daarbij in het basis- en voortgezet onderwijs onder meer de meerwaarde van “digitale hulpmiddelen” en het belang van “digitale vaardigheden”.

Internet giganten zoals Apple, Facebook, Google en Microsoft hebben het afgelopen decennium een enorme invloed gekregen op onze maatschappij. Hun smartphones, laptops en apps zijn inmiddels doorgedrongen tot in de klaslokalen. De toekomst van deze bedrijven zit echter in de informatie die zij vergaren van hun gebruikers, deze wordt via advertentie inkomsten ten gelde gemaakt. Daarvoor maken deze bedrijven gebruik van (big) data analytics: technieken om bijvoorbeeld verborgen patronen, onbekende correlaties en gedragingen uit grote en gevarieerde datasets te halen.

Klinkt het niet logisch dat ons onderwijs, waarin we mensen opleiden voor een wereld waarin data niet weg te denken is, zelf ook gebruik maakt van de mogelijkheden die (big) data biedt?

Begrijp me niet verkeerd: ik heb het dan niet over het ongebreideld verzamelen en doorverkopen van informatie. Ik heb het wel over het gebruik van beschikbare informatie die leeropbrengsten kan verhogen, in de veilige omgeving die onze onderwijssector biedt, binnen de strikte kaders die de Nederlandse wet daaraan verbindt.

Bij (big) data analytics in het onderwijs kun je aan veel aspecten denken. Voorbeelden zijn adaptief toetsen waarbij leerlingen, door een analyse op hun eerdere toetsresultaten (data), toetsen krijgen die passen bij hun niveau. Ook kan door data analytics voorspeld worden welke leerlingen de grootste kans hebben om te blijven zitten, of zelfs het onderwijs definitief te verlaten. Data analytics in het onderwijs, aangevuld met domeinkennis van docenten, bieden mogelijkheden voor beter (en gerichter) onderwijs.

Mijn tips voor u, meneer Rutte

De VVD kan het basis- en voortgezet onderwijs helpen op topniveau te blijven, door op het gebied van digitale ontwikkelingen:
1. Kennis en ervaring van data-analyse op alle niveaus in het onderwijs te stimuleren. Een deskundig aanspreekpunt binnen scholen, met een laagdrempelige toegang voor docenten kan helpen. In de regio Utrecht zijn goed ervaringen opgedaan met de zogenaamde datacoach: een docent die weet hoe hij/zij beschikbare data kan gebruiken, zodat op basis van die data binnen de school beslissingen kunnen worden genomen en vernieuwingen kunnen worden doorgevoerd.
2. De informatie die de Inspectie van het Onderwijs vanuit haar controlerende taak verzamelt, en de ervaring met de analyses van die informatie, kan zij praktisch toepasbaar maken en delen met docenten en andere belanghebbenden.
3. Kennis over privacy en wetgeving is belangrijk voor het handhaven van de veilige omgeving die ons onderwijs biedt, binnen de sector groeit het bewustzijn van de gevolgen van digitalisering op privacy, maar we zijn er nog niet. Middels bijscholing kan de kennis in de sector worden vergroot.


In een serie van vijf blogs schetst Sander van Geest hoe (big) data in het onderwijs kan bijdragen aan de realisatie van de verkiezingsprogramma’s van VVD, CDA, D66 en GroenLinks. Elke week verschijnt er een blog aan één van de onderhandelaars, we sluiten af met een voorstel aan de formateur waarin alle partijen elkaar kunnen vinden. Lees ook de tweede blog gericht aan meneer Buma.