Lees meer over: Internetstemmen


Project Kiezen op Afstand

In 1999 is bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het project Kiezen op Afstand (KOA) van start gegaan, waarbij door toepassing van ICT het uitbrengen van de stem minder plaatsafhankelijk moet worden. Hierbij staat de facilitering van de burger door middel van het gebruik van ICT centraal. De ambitie is om bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2003 een groot experiment met Kiezen op Afstand te houden. Het doel is om de mogelijkheden tot deelname aan het stemproces voor de burgers uit te breiden en zo het stemmen toegankelijker te maken. Het uiteindelijke doel is, het mogelijk te maken dat de burger vanuit iedere willekeurige plek kan stemmen.

Op 18 november 1999 stuurt het kabinet (de ministers Peper (BZK) en van Boxtel (Grote Stedenbeleid en Integratie) een brief aan de TK waarin het project Kiezen op Afstand voor het eerst wordt genoemd.

In 1999 wordt een opdracht verstrekt aan adviesbureau Het Expertise Centrum om een definitiestudie uit te voeren, gericht op het uitvoeren van één of meer grootschalige pilots bij de verkiezingen in 2003 met “Kiezen op Afstand”. HEC krijgt de opdracht om alle relevante aspecten op bestuurlijk, organisatorisch, technisch en juridisch terrein uit te werken. In september 2000 verschijnt het eindrapport. NB Omdat het rapport niet meer op internet vindbaar is bieden we het rapport als download link aan.

De architectuur van Kiezen op Afstand bestaat uit een Landelijk Kiezers Register (LKR) en een Virtueel Stem Bureau (VSM). Daarnaast worden een elektronische Identiteitskaart voorzien. Het LKR dient als centrale registratie van de kiesgerechtigdheid van alle kiezers. Zodra een kiezer wil stemmen wordt in het LKR geverifieerd of de kiezer mag stemmen en of deze al gestemd heeft.

Het Expertise Centrum concludeert dat Stemmen vanuit ieder willekeurig stembureau en Stemmen via beveiligde zuilen in openbare ruimten haalbaar zijn. De volgende stap (Stemmen vanuit de woon- of werkplek) wordt nog niet haalbaar geacht, gegeven een viertal risico’s:

  1. De mogelijkheid van manipulatie van de apparatuur om daarmee de verkiezingsuitslag onrechtmatig te beïnvloeden (het gebruik van thuiscomputers bij verkiezingen staat immers niet onder toezicht van het stembureau).
  2. De mogelijkheid van moedwillige overbelasting van het netwerk om daarmee het verkiezingsproces te verstoren (dit risico doet zich eveneens voor bij de eerste twee modaliteiten).
  3. De grote diversiteit aan apparatuur bij kiezers thuis en op de werkplek, die het invoeren van deze modaliteit zeer complex maakt.
  4. De mogelijkheid van het (georganiseerd) stemmen onder dwang of het (georganiseerd) kopen van stemmen.

Op grond van het advies sturen de ministers op 4 oktober 2000 een brief naar de TK waarin zij aangeven dat het project KOA langs twee sporen wordt voortgezet. Het eerste spoor is de verdere voorbereiding van een experiment, waarbij het tijdens de provinciale-statenverkiezingen in 2003 in meerdere gemeenten mogelijk zal zijn om te stemmen in een stembureau naar keuze of via stemzuilen in openbare gebouwen. Het tweede spoor betreft het verder onderzoeken van het stemmen vanuit iedere willekeurige locatie.