Lees meer over: Privacy


Ik was één van de schrijvers van de nieuwe “Sleepwet” (Wiv) deel 2

Nog niet zo heel lang geleden maakte ik onderdeel uit van het team van schrijvers en onderhandelaars over de nieuwe Wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten, sindsdien door de tegenstanders geframed tot “de Sleepwet”. Vanuit deze ervaring zal ik, tot een bepaalde hoogte, met blogs en een BNR-nieuwsradio-podcast mijn visie geven op de nieuwe wet.

In dit tweede en tevens laatste blog, in aanloop naar het referendum op 21 maart 2018, zal ik nader ingaan op Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden(TIB) en op het “bulkinterceptie” gedeelte van de nieuwe wet.

Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB)
De TIB is een bijzondere commissie in de nieuwe wet die bestaat uit in totaal drie leden. Twee leden dienen een rechterlijke/juridische achtergrond te hebben en één van de leden moet de technische expertise hebben om de door de AIVD en MIVD gevraagde bevoegdheden te duiden.

De leden van deze commissie beoordelen de door de minister afgegeven toestemming voor de inzet van een bevoegdheid door de AIVD/MIVD. Dit betekent dat de TIB bijvoorbeeld de gevraagde inzet tot bulkinterceptie, gerichte interceptie of het plaatsen van malware op een telefoon op rechtmatigheid zal toetsen. Acht de TIB de toestemming van de minister niet rechtmatig dan mag de bevoegdheid niet door de AIVD/MIVD worden ingezet. De drie commissieleden beoordelen altijd of een gevraagde bevoegdheid zo gericht mogelijk is ten opzichte van het doel. Dit betekent dat als een lichtere en minder inbreuk makende bevoegdheid kan worden ingezet deze moet worden gekozen. De beslissing van de TIB is bindend. Met de komst van de TIB kijken er nu zes extra ogen mee met de diensten. Op dit vlak is de TIB een aanwinst en zorgt voor een extra waarborg tegen het mogelijk oneigenlijk inzetten van te zware bevoegdheden.

Het is nog wel onduidelijk hoe de TIB zich in de toekomst zal gaan positioneren, want wat gaat de minister zeggen in de Tweede Kamer als er iets ernstig mis zal gaan in ons land en de TIB de inzet van een bevoegdheid heeft afgekeurd terwijl de minister wel al had ingestemd. Hoe kan dezelfde minister in deze situatie zijn politieke ministeriële verantwoordelijkheid nemen?

Tot slot wordt er in media veel gesproken over rubber stamping. Dit principe houdt in dat je als je commissie nooit zeker kan weten of de afwijzing voor de inzet van een bevoegdheid ernstige gevolgen kan hebben. Het risico bestaat dat de TIB daardoor sneller geneigd is om toch in te stemmen met de gevraagde bevoegdheden en de TIB daardoor een geautomatiseerde stempelmachine wordt.

Ambitieniveau bulkinterceptie
In mijn eerdere blog ben ik ingegaan op de naam “sleepwet” en heb ik kort uitgelegd wat onderzoeksopdrachtgerichte interceptie is. Om deze vorm van interceptie toe te passen moet je een locatie in het glasvezellandschap kiezen en opzetten. De ambitie van de inlichtingendiensten is om “bulkinterceptie” geleidelijk uitrollen met jaarlijks één plek, dit zijn de zogenaamde access-locaties. Het budget daarvoor is vastgesteld op 20 miljoen euro per jaar.

Met dit budget moeten de diensten, afhankelijk van de hoeveel data die men kan intercepteren en verwerken: (specialistische) netwerkapparatuur aanschaffen, de taplocatie beveiligen, de investeringen van de kabeleigenaar/provider vergoeden, de geïntercepteerde data transporteren en personeel aannemen om de verzamelde gegevens te analyseren.

Als we op technisch niveau naar (glasvezel)kabels kijken, gaan daar enorme hoeveelheden data overheen. Glasvezelkabel bestaan namelijk uit meerdere kabels met daarin weer kleinere glaskabeltjes (fibers). In deze fibers wordt licht op verschillende frequenties getransporteerd (channels). Iedere kleur (lichtfrequentie) in de fibers heeft zijn eigen datacapaciteit. Hierdoor kunnen glasvezelkabels ontzettend veel data transporteren.

De kosten voor het uitvoeren van bulkinterceptie worden hoog ingeschat, want hoe meer data je gaat intercepteren hoe hoger de kosten voor de apparatuur en de analyse. De grootste uitdagingen op dit vlak zijn: 1. de juiste locatie kiezen; 2. de daar aanwezige glasvezelkabel(s) analyseren en bepalen; en 3. de juiste fibers/kleuren op deze kabel intercepteren.

Voor, tegen, voor, tegen
Het is lastig om een algemeen stemadvies te geven over deze nieuwe inlichtingenwet. Het is een afweging die ieder voor zichzelf zou moet maken. Daarbij is het belangrijk om te bepalen waar je de grootste waarde aan hecht. Zijn dat de extra bevoegdheden voor diensten om zo goed mogelijk het werk uit te voeren; of moeten er bijvoorbeeld extra waarborgen ten aanzien van de privacy worden opgenomen?

Zelf ben ik van mening dat er een nieuwe inlichtingenwet moet komen omdat nieuwe bevoegdheden nodig zijn in deze tijd. Het door de tegenstanders geframede “Sleepwet” gedeelte, is dan ook maar een heel klein onderdeel van de nieuwe inlichtingenwet. Wat ik wel wenselijk acht is dat in de inlichtingenwet meer aandacht zou moeten uitgaan naar de transparantie over de werkzaamheden van de inlichtingendiensten. Mijn ervaring is dat vrij snel wordt geroepen dat de modus operandi (de specifieke werkwijze van de AIVD/MIVD) door transparantie zal worden aangetast. Voor mij is dat een onbevredigend antwoord omdat er naar mijn idee een transparante tussenweg mogelijk is. Op dit gebied kunnen beide inlichtingendiensten nog veel leren van het Verenigd Koninkrijk, die in heldere factsheets (inclusief testimonials) transparant zijn over wat en waarom ze bepaalde bevoegdheden inzetten.

Wilt u meer weten over de nieuwe inlichtingenwet? Luister dan naar de Privacy Podcast, waar ik en mijn collega Bas de Groot verder ingaan op de nieuwe inlichtingenwet.