Lees meer over: IT Strategie en architectuur


2019 wordt het jaar van de digitale assistent

Google’s digitale assistent kan straks een restaurant voor je reserveren. Het zal het begin blijken te zijn van een nieuwe fase in de relatie tussen mens en machine. Straks kun je in de auto een doktersconsult doen met je telefoon: ‘Hey Google, hoe komt het dat ik de laatste tijd pijn in mijn bovenbeen heb?’

Mei 2018 vond Google I/O plaats, het jaarlijkse developers-evenement van de zoekgigant. De techreus maakte hierbij vooral sier met Google Assistant. Zo belde de digitale assistent zelf een Chinees restaurant om voor 19:30 een tafel voor vier personen te reserveren. Ondanks lastige vragen van de restauranteigenaar – of het niet op een ander tijdstip kon en of het per se vier personen moesten zijn – lukte dit. Wat Google hiermee feitelijk heeft laten zien is dat haar digitale assistent de Turing Test doorstaat: een computer die zo slim is, dat hij door een mens niet meer van een mens te onderscheiden valt.

Het is het ultieme voorbeeld dat spraakbesturing in combinatie met kunstmatige intelligentie niet alleen op het punt van doorbreken staat, maar vooral ook een enorme impact gaat hebben op ons dagelijks leven. 2019 wordt dan ook het jaar van de digitale assistent.

Ten eerste is dat vanwege het gemak. Geen ‘interface’ is natuurlijker en makkelijker dan spraak. Dus wie gaat nog muis, of toetsenbord gebruiken nu virtuele assistenten in staat zijn tot doorgaande en natuurlijke conversaties? Zeker als ook Google Assistant net als Siri vanaf eind 2018 Nederlands spreekt.

Maar belangrijker nog dan het gemak gaan het de schier oneindige gebruikstoepassingen worden die deze ontwikkeling mogelijk maakt. We moeten ons namelijk realiseren dat met het bellen van een Chinees restaurant, en het kinderen leren netjes ‘dankjewel’ te zeggen, Google tijdens het genoemde event slechts een tipje van de sluier oplichtte.

Dus App ontwikkelaars opgelet: Spraak in combinatie met AI gaat de komende jaren veel wildere en meer fundamentele toepassingen mogelijk maken. Straks kun je in de auto een doktersconsult doen met je telefoon: ‘Hey Google, hoe komt het dat ik de laatste tijd pijn in mijn bovenbeen heb?’ Ook kun je dan je digitale assistent vragen om financieel advies: ‘Hey Siri, wat zal ik doen met mijn dertiende maand om mijn pensioen aan te vullen?’

Dat gaat niet alleen enorme mogelijkheden creëren, maar roept tegelijkertijd gigantische ethische dilemma’s op. En dan heb ik het uiteraard niet over de discussie die na het Google event in de media woedde: moet een digitale assistent zichzelf aan de telefoon als zodanig kenbaar maken? Nee, veel belangrijker is de vraag of en hoe wij, als onze digitale assistent straks voor ons beslissingen neemt, deze beslissingen kunnen controleren. Waarom geeft m’n assistent me eigenlijk dit advies? En ook: is het eigenlijk wel in mijn belang of dat van Google of Apple? Neem de discussie over de door onder meer Facebook gecreëerde filter bubble die ging over het feit dat Social Media sites met algoritmes bepalen welke informatie jou wordt getoond en wat niet. In het voorbeeld van de digitale assistent speelt dat een nog veel prominentere rol.

Ik ben dan ook van mening dat we veilig kunnen stellen dat niet alleen 2019 het jaar van de digitale assistent wordt, maar dat we er vanaf nu elk jaar mee bezig zullen zijn.